Tot slot
Niet jullie en wij, maar wij samen
Bij de jaarlijkse ledenvergadering zien we meestal de volgende opstelling:
Een tafel waarachter het bestuur plaatsneemt en in de zaal de stoelen voor de leden.
Dat schept afstand. Vervolgens wordt vaak gesproken in wij en jullie. Van beide kanten.
Probeer eens een andere opstelling en weet dat de vereniging een ‘familie’ is van allemaal gelijke mensen. Als ieder iets doet voor de vereniging, creëer je gezamenlijkheid.
Vrijwilligerswerk mag voor iedereen leuk zijn
Leuk is bij vrijwilligerswerk het toverwoord. Wat de een vervelend vindt om te doen, vindt de ander juist leuk. Bevraag mensen op hun kwaliteit en op hetgeen men graag doet.
Enthousiasme enthousiasmeert.
Waardeer ieders inzet
Iemand die twee keer per jaar een dag meehelpt levert net zo goed een bijdrage aan de vereniging als iemand die elke week 2 uur tijd investeert. Alle inzet is belangrijk en mag worden gewaardeerd.
Veel succes en plezier
Een paar punten om te bespreken.
Stop met gemopper
De uitspraak: “Het zijn altijd dezelfde mensen die iets voor de vereniging doen”, is verleden tijd. Waarom? Omdat gemopper eerder afstoot dan enthousiasmeert. Niemand gaat harder lopen van gemopper.
Praat hierover met elkaar en bespreek met elkaar of er wordt gemopperd en
hoe dit is te veranderen.
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
Mensen hebben het druk
Accepteer dat mensen het druk hebben. Met studie of baan, met opvoeding, met vrijwilligerswerk bij andere verenigingen, met zorgtaken voor ouders of familie, met huishouden, met sociale contacten etc. De factor tijd is dus een serieuze concurrent.
De uitspraak: “Tijd heb je niet, tijd maak je”, is niet aan de orde. Je kunt wel de vraag stellen: “Stel, je had alle tijd van de wereld, wat zou je dan voor onze vereniging willen doen?” Misschien dat men dan toch iets kleins kan en wil doen. Elke inzet is belangrijk en kan uitgroeien tot iets groters.
Bespreek met elkaar hoe ieder denkt over de inzet van zichzelf en de leden. Het is goed elkaars waarden en normen hierin te kennen en te accepteren.
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
Imago van de vereniging
Het is belangrijk te weten hoe de leden over de eigen organisatie denken.
Waarom doen de passieve leden niets binnen de vereniging? Wat is hun reden?
Wat is het beeld van de leden over de vereniging. Hoe denken zij over de vereniging?
Hoe staan zijn t.o.v. de rol van het bestuur?
Waarom is men lid van de vereniging?
.....................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
Kijk kritisch naar de activiteiten van jullie organisatie.
Moet je als voetbalclub elke week een bingoavond organiseren om geld te verdienen voor de club, terwijl geen mens dit wil organiseren? Waarom moeten alle leden van de fanfare een keer achter de garderobe staan bij uitvoeringen?
Zijn er alternatieven te bedenken voor acties die niemand wil uitvoeren?
Bespreek met elkaar de activiteiten die niet direct met het doel van de vereniging te maken hebben en kijk eens waar knelpunten liggen, bespreek ook wat er weg kan of anders kan.
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
Maak de cijfers feitelijk
Ken je de uitspraak: “Bij ons zijn altijd nieuwe mensen nodig, wij hebben een chronisch tekort aan vrijwilligers”. Maar is dat eigenlijk wel zo? En waar heb je dan precies nieuwe vrijwilligers (voor) nodig?
Hoeveel leden heeft onze vereniging? Hoeveel van hen zijn er actief als vrijwilliger?
Hoeveel mensen zijn er niet actief binnen de vereniging?
Hoeveel vrijwilligers zijn er concreet nodig? Op welke plekken?
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
......................................................................................................
Praat met elkaar over bovenstaande punten en kijk goed waar de
knelpunten en de kansen liggen.